Archief | Just Ruby RSS feed for this section

TTYL

10 apr

Beste mensen, lieve lezers, Rubyfan,

 

Ik ga niet zeggen dat mijn put uitgedroogd is, omdat u dan wellicht allerhande foute veronderstellingen maakt. Feit is dat ik net te veel inspiratie heb. Ontelbare blogposts zitten in mijn systeem, maar komen nooit online omdat ze zogenaamd niet zouden passen binnen het concept van deze blog. Mijn eigen gevatheid heeft me restricties opgelegd die ik als egotrippende schrijfhoer niet kon overzien.

Vandaar dat ik het hele concept en de layout van FakePlasticRuby aan het omgooien ben. Lang zal dit hopelijk niet duren, maar ik dacht: ik hang toch maar even een virtuele post-it voor de community denkt dat de existentiële crisis mijn vingers heeft afgeknaagd.

Tot binnenkort voor veel véél veel meer FakePlasticRuby.

 

A fever that i can’t sweat out

13 mrt

Well I’m just a wet dream for the webzine,
Make me it, make me hip, make me scene
Or shrug me off your shoulders
Don’t approve a single word that I wrote

 

crack whores

13 mrt

In een wereld waar iedereen naar het “juiste” gezicht en het “juiste” lichaam streeft woekert al even een nieuwe trend. De imperfectie als perfectie. Vooraleer u allemaal uw uitgroei laat uitgroeien en aan uw puisten gaat pulken kan u maar beter eerst even luisteren naar deze ugly duckling. Een slechte huid, gele tanden of een bochel worden nog steeds universeel als lelijk beschouwd, maar op vele vlakken mag u tegenwoordig uw wat mindere kantjes omhelzen.

Het lijkt alsof de mode-industrie beseft heeft dat ze er met haar veeleisendheid de laatste jaren is over gegaan. Berichten over modellen die stierven van de honger of die hun lever kapot maakten met de verplichte Roacutane waren niet weg te denken uit de lifestylekaternen van de krant, en jonge meisjes huilden zich de ogen uit boven gephotoshopte kiekjes van Adriana Lima en Gisele Bündchen. Wellicht hebt u zélf al menig tube foundation tegen de spiegel gekeild en bent u en crise op de badkamervloer in elkaar gezakt. Moeder of die deugdzame vriendin gaf u dan een schouderklopje en sprak over onrealistische verwachtingen: de mode-industrie was de boosdoener en Karl Lagerfeld de vleesgeworden duivel.

Imperfection is beauty, madness is genius and it’s better to be absolutely ridiculous than absolutely boring
(Marilyn Monroe)

Er zijn ongetwijfeld pagina’s volgeblogd over Miuccia die het plots nodig vond volluptueuzere modellen de catwalk op te sturen en ik heb zelf ook al genoeg gememd over te dik of te dun zijn voor haute couture. Aangezien ik, los van mijn haat voor alles hippo, niet een van die mensen wil zijn met een stokpaardje, richt ik mijn FakePlastic Rant op al die modellen die het laatste jaar covers en grote printcampagnes halen alsof het niets is, terwijl ze gediend zijn van een toch wel niet het minst subtiel te noemen spleetje tussen de tanden. Het idee dat een klein schoonheidsfoutje net de perfectie accentueert is niet nieuw, en vooral in de schilderkunst werd er al vaak mee geëxperimenteerd. Ook  Madonna en Brigitte Bardot wonden met hun “crevice dentale” al menig man rond hun vinger, al moet u niet proberen zich dat voor te stellen. Modellen Lara Stone, Georgia Jagger, Keke Lindgard en Jess Hart echter brengen de term “spleetje” naar een ander, postnataal level. 

Voor u mij stenigt: ik ben gek op schoonheid met een hoek af. Niet overdreven, maar voor mijn part mag er best wel iets mankeren aan een model, zolang de neus en de kaaklijn maar strak en recht zijn. Bovendien vind ik het gebit à la Mme Paradis-Depp wel best beminnelijk,  maar u kan me geen ongelijk geven dat sommige van bovengenoemde modellen makkelijk een bijbaantje als tramspoor zouden kunnen vinden met hun geul. Het is een tikkel overdreven, en de hype die errond bestaat stimuleert de hang naar de (imperfecte) perfectie nog meer. Ik maak geen grap wanneer ik u digitaal meedeel dat tandartsen aller landen de vraag naar een beugel die een spleetje tussen de voortanden creëert niet bij kunnen houden. Wanneer ik zoiets lees rijst bij mij de vraag of deze hele “revolutie” wel zo positief te noemen valt.

Bref: als straks de scheve knobbelneus mode wordt, gaan we dan met zijn allen op elkaars smoelwerk slaan? Ik stel me alvast kandidaat.

The calendar hung itself

12 mrt

Soms wou ik dat ik deel uitmaakte van een of andere negerstam waar je succes en dominantie afhankelijk is van hoe ver je een straal bloed uit je neus kan spuiten. De druk van de maatschappij weegt me af en toe te veel, en waar het vroeger hip en trendy was om “fuck authority” op je rugzak te tippexen ben je nu een complete lowlife als je maar een enkel diploma, een so-so job en een vijftal vrienden hebt.

Let wel, mijn muizenissen zijn slechts een bijkomstigheid van mijn handicap: ambitie. Aangezien ik nooit meer dan één doel in mijn leven heb gehad zou het dan ook bijzonder schrijnend zijn moest ik net dat doel niet halen. Jammergenoeg komt mijn diepe verlangen naar “het maken” niet in een duopack met streberigheid. D’accord, ik schrijf naast mijn studie af en toe dingetjes voor bepaalde krantjes en magazines, maar dat is meer uit ijdelheid dan wat anders. Papers, examens, opdrachten, ik slaag er steevast in hen te negeren tot op het allerlaatste moment. De klokt tikt, de fles klokt, mijn hoofd bonst. Ik flirt met deadlines al ware ik Christiane F. die een gratis shot heeft gespot, en dartel steevast met verhoogde hakken en hartslag door het leven. (Goed voor de lijn zou u denken, maar stress is de grootste dikmaker van deze tijd.)

Aangezien ik een sortement systeem in de chaos moet vinden hou ik dag en nacht lijstjes bij. Letterlijk. Ik sta er soms zelfs voor op,  en bijna al mijn handtassen puilen uit met papieren zakdoekjes waarop wensen, dromen, telefoonnummers, to-do’s, doo-waps en dates  worden neergekribbeld alsof ze gelijkgesteld zijn aan “pasta kopen!”. Wat me eraan doet denken dat ik dringend weer eens koolhydraten uit mn voeding moet schrappen.

Als een hamster op amfetamine knaag ik mezelf door een stapel van moetens, overgoten met paniekerige tranen en goedkope rode wijn. Diëten, sporten, contact houden, contacten leggen, aan cultuur doen, een hobby hebben, bloggen, belezen blijven, méé zijn, ìn zijn, ontspannen. De zogenaamde sleutels naar het geluk volgens menig wijvenblad zijn slechts haastig neergetokkelde trefwoorden die als zwaarden van Damcoles meerdere malen per dag op me inhakken en me murw geslagen achterlaten. I don’t know why i smoke, but i drink to get drunk schijnt mijn escapistisch elan samen te vatten, al heb ik al jaren niets meer op met sigaretten.

 Alcohol is mijn persoonlijke prozac, en de keren dat ik compleet opgefokt thuiskwam en verkondigde dat ik “vanavond moet gaan zuipen” omdat ik het niet meer trek zijn niet meer op pianosnaren te tellen. Ik heb het geluk dat mijn huisgenote nu ongeveer eenzelfde doorzopen existentiële crisis doormaakt, of ik had “excuses aanbieden voor nachtlawaai” ook nog op mn lijstje staan. Met alcohol tikt de klok minder snel, maar de deadlines die zijn er nog wel; u begrijpt wellicht ook wel dat dit een vicieuze cirkel en geen Clouseaunummer is.

Deze blog bijhouden alleen al was als een molensteen rond mijn nek. Plots hebben enkele van mijn fijnbepende klasgenoten het internet ontdekt en zijn ze massaal aan het bloggen geslagen alsof het hun enige reddingsboei is in een zee van dobberende journalistiekstudentes die schreeuwen om een opdracht. Wellicht is dat in dit tijdperk ook zo. De strijd om als eerste op de frontpage van wordpress te staan was nooit iets waar ik mij mee bezighield, maar plots was je blog niet geslaagd als je tenminste niet meedingde naar deze dubieuze eer. Bovendien had ik er geen tijd meer voor, maakte ik mezelf wijs. Bijgevolg smeet ik mijn handdoek in de ring en mijn schrijfsels in een mapje op mijn bureaublad. FakePlasticByebye.

Gelukkig voor jullie ben ik een ijdele trut, dus ziehier mijn wederopstanding. Niet voor de statistieken, niet omdat plots iedereen het doet en zelfs niet voor jullie, al stelde ik de “ik mis fpr-berichtjes” in mijn message-box echt op prijs.

Bovendien moet ik maar eens stoppen met jammeren, i’m doing pretty damn fine. En dat  diëten, sporten, contact houden, contacten leggen, aan cultuur doen, een hobby hebben, bloggen, belezen blijven, méé zijn, ìn zijn en ontspannen doe ik vanzelf wel, al is het op mijn eigen chaotische manier. Met mijn haar in de war, mn hand op mn hart en de klok weer op A.M. Hoe ik het allemaal klaarspeel? That’s one secret I’ll never tell.

You know you love me

xoxo

Paint it M.A.C

15 feb

Afgunst is het nichtje van hebberigheid, en ik wil nu eenmaal een zo mooi mogelijk smoelwerk. Ik kom ervoor uit: ik ben zo vreselijk jaloers op mijn vriendinnen die met make-up overweg kunnen. Zo is er @isabelleminnebo die haar gezicht met behulp van MAC zo kan sculpten en schaduwen dat ze er slavische junkbeenderen van krijgt, terwijl  @avaneech haar toch al grote bruine reeënogen nog eens extra laat knallen. En ik? Ik kan niets. Uiteraard ben ik geen complete nul; ik kan best overweg met een mascaraborsteltje en concealer, maar daar stopt het. Ik ben gelukkig gezegend met een redelijk mooie huid, een kleine rechte neus en grote ogen, maar er moet meer mogelijk zijn! Ik vraag me vaak af hoeveel mooier, mysterieuzer, gesofiscticeerder of bruutweg vrouwelijker ik er zou uitzien als ik me (professioneel) kon opmaken. maar dan denk ik aan alle kosten en alle tijd die erin kruipt en plof ik gillend met mijn hoofd in een chocoladetaart. (Niet heus, maar uw mentale gif hiervan is vast goud waard!)

 Mijn beste vriendinnen hebben voor honderden euro’s in hun make-uptasje zitten, allemaal potjes en tubetjes en smeersels die noodzakelijk zijn voor het perfectioneren van hun look. Niet iedere dag natuurlijk, maar als ze ervoor gaan, gààn ze er ook voor. De tijd die ik spendeer aan het hysterisch rondrennen, op zoek naar een kledingstuk in mijn kast dat a) nog niet naar rook stinkt b) mij slanker maakt c) genoeg been laat zien spenderen zij aan een minitieus aangebrachte basecoat. Vraag me niet het proces uit te leggen want het zou me met de beste wil van de wereld niet lukken. Dus heb ik me op een dag voor een youtubetutorial gezet die me zou leren hoe ik “vorm” aan mijn gezicht moet geven.

Vooreerst ben ik er nog niet in geslaagd het filmpje uit te kijken, mede omdat er veel leukere youtubefilmpjes bestaan, maar ik heb besloten dat ik Meer Vrouw moet worden. En dus zal ik ooit, op een lentedag mijn stoute schoenen (synoniem voor hoge hakken) aantrekken en naar de dichtstbijzijnde MAC heupwiegen. Voor zestig eurie maken ze je daar professioneel op, geven ze je make-up advies en kan je voor die zestig euro aan producten kiezen. Kàn alleen maar goed aflopen, nee? Het moet maar eens gedaan zijn met mijn huidige look, die er in de semestriële vakantie niet beter op is geworden.

Na een weekje in de Franse Savoie heeft de gezonde buitenlucht mij nochtans “deugd gedaan”, zou menig oma zeggen. Zeven dagen verlost van sigarettenrook, alcoholwalmen, VUB-kantinecosmos en openbaar vervoerde lucht heeft een vrolijke blos op mijn wangen getoverd en mijn neus een tikkeltje bruiner gekleurd. Allemaal heel schattig, bien sur, maar in the city life kom je met zo’n look niet meer weg. De frisse boerendochter is immers passé, tenzij iemand nog iets gemolken moet hebben?

Bloody Valentine

14 feb

Beereke, scheetje, mushi, lieverd, kroelkopje. Het is Valentijn en menig gemelkmuilde bijnaam wordt vandaag de dag inderhaast op een hallmark gekrabbeld. Petoeterke, framboosje, poezewoefke. De bijnaam verklaart zichzelf: het is een naam naast het dagdagelijkse etiket waarmee u door het leven moet, vaak gegeven door fervente voor en/of tegenstanders. Wie geluk heeft krijgt nog een ietwat persoonlijk troetelwoordje, maar de meesten moeten het stellen met het gedoodverfde “schat”.

“Darling, is dat een steenpuist of een aambei?”. Toegegeven, een bijnaam geeft iedere dagdagelijkse zin net dat ietsje liederlijkheid, en sommigen zullen zich best gevleid voelen wanneer hun hartendief tijdens het oorknabbelen enkele poeslieve naampjes naar binnen lispelt, maar de gemakzucht hiervan valt niet te onderschatten. Niet ieder stuk onbenul vindt het of u immers de moeite waard een echte naam te onthouden, en zo is een rits troetelwoordjes nog het gemakkelijkste. Nu moet u het niet op een krijsen zetten wanneer uw borden-ontwijkende-partner u liefdevol toespreekt, maar maar als hij zijn exen ook steevast “poepie” noemde zit daar zeker een luchtje aan.

Dit volstrekte gebrek aan veelzijdigheid zorgt tijdens veel Valentijnsacties voor problemen lijkt me. Zo ook bij De Lijn, het vervoersbedrijf dat het liefdesbootje niet aan zich voorbij wil laten gaan. “Sms uw liefdesboodschap naar willekeurig getal en verras je liefste met een berichtje op zijn vaste tram of bus”. Knappe marketing, al vraag ik me af of ‘Binkie’ zijn “poezeke” wel zal herkennen tussen alle andere kroelende liefdeskrabbels.

DE Valentijnsboodschap die mij tot tranen toe roerde en werkelijk mijn dag maakte was te vinden in de Kiss&Ride-rubriek van het gratis Metrokrantje. Het vermakelijke berichtje was afkomstig van iemand’s “dikke vette marmot” en is ideaal om deze Valentijnsblog mee af te sluiten:

Mijn zoetje; het is nu elf jaar geleden dat jij voor de eerste keer op mij gekropen bent… ik hou van jou!

Snow hey-ho!

12 feb

Wat zijn Wintersporters eigenlijk idioten. Ik ken persoonlijk geen enkel ander zoogdier dat voor de gedoodverfde “kick” zijn leven op het spel zet met een ratio van één à twee weken per jaar. Een karavaan van auto’s, tot aan de nok volgestouwd met winterjassen, hoofdkussens en pakken cornflakes zijn een vast wederkerend fenomeen op de Franse en Zwitserse snelwegen. De lokale benzinepompbediende lacht in zijn vuistje en denkt wellicht “ils sont foux, quoi?”.  Ja mijnheer, gek, dat zijn ze zeker.

De waanzin begint in feite al bij de voorbereiding. Thermisch ondergoed, een broek waarin hun gat altijd te dik lijkt en een sneeuwbril die zich niets aantrekt van de laatste modevoorschriften. Met opeengeklemde kaken van pijn wurmen ze hun voeten in de marteltuigen genaamd snowboots, waarna deze nog eens aangespannen moeten worden ook. Zo strak mogelijk liefst, tot het bloed wordt afgesneden en blauwe plekken op de wreef en kuiten zich al na drie minuten beginnen te manifesteren. Losse voetjes in losse boots betekenen immers een versplinterde enkel in de eerste bocht. Deze boots verplichten De Wintersporters ook hun plank- of lat-vrije momenten met de elegantie van een geconstipeerde zeebeer door te brengen. Ze waggelen naar de skilift, hobbelig kopen ze nog snel een flesje water voor onderweg en al deinend gaan ze hun noodlot tegemoet.
Op een gemiddelde hoogte van 2500 meter boven de zeespiegel slaakt De Wintersporter nog een laatste oerkreet waarna hij of zij zich met een onheilspellende snelheid naar beneden laat glijden. Ze schuren over ijs, ze missen rotsen op een haartje en zoeven langs dennebomen alsof hun leven hen niet meer lief is. Ze joelen van plezier en willen, oh jawel, “nog een keer”. Na de middag slikken ze hun hart in de keel weg met wansmakelijk non-Inbevbier voor acht euro de halve liter en kwelen ze liedjes mee waar ze zich achteraf zogezegd niets meer van kunnen herinneren. Ze draaien hun “heee-eey baby” (hoeh-hah) van de avond binnen en wankelen, meer van de alcohol dan van de vooreerst genoemde “botinnen”, naar hun veel te kleine en veel te dure appartementje terug. Je moet het hen wel nageven, om 9 uur ’s ochtends staan ze weer gewoon op de piste om het ritueel te herhalen.

Waar halen ze toch telkens dat enthousiasme vandaan? Iedere Wintersporter keert min of meer gewond naar huis terug; hevige zonnebrandwonden, breuken van hart en ledematen, verrokken spieren of een uitgedroogde lever zijn legio na een weekje “puur ontspannen” in de bergen. Een normaal mens vraagt zich af of het dat allemaal wel waard is.

Ik kan jullie verzekeren; dat is het dubbel en dik waard. Op mijn vierde levensjaar leerden mijn ouders me skiën en vanaf mijn vijftiende besloot ik dat het tijd was voor een snowboard. Ieder jaar sta ik in de monsterfiles naar de skigebieden te popelen van ongeduld en kijk ik rijkhalzend uit naar de eerste besneeuwde bergtop. Natuurlijk heb ik ook de nodige blessures vergaard; verstuikte polsen, whiplashes, zelf verschoven ruggenwervels heb ik ervoor over gehad. Niets evenaart immers dat onwaarschijnlijke gevoel van vrijheid wanneer je op een mooie maar ijskoude winterdag door besneeuwde landschappen stuift. Jij en je spieren bepalen de weg, de natuur bepaalt de wijze waarop je die aflegt. Een zwarte piste is een overwinning op jezelf en op de grillige bergkam, een stijle afdaling een adrenalinerush. Er is geen gevoel intenser en daar doet iedere wintersportende zot het voor. En ach, dat bruine kleurtje is ook mooi meegenomen.

shizzle for your nipple

25 jan

Als journaliste in spé is het geen goed idee om het woord shizzle in de mond te nemen. Niet alleen omdat een journaliste in spé vaak een gloeiend heet drankje in haar mond heeft en niemand ondergespetterd wil worden, maar vooral omdat shizzle nu niet bepaald “je dat” is. Het is het prototype slang dat enkel wiggers durven utiliseren, en ik denk dat het zelfs dààr al passé is.

Er hebben dus al heel wat mensen vreemd opgekeken telkens ik en mijn vriendinnen “-izzle” tot een hoogwaardig achtervoegsel bombardeerden. Misschien verloren we er zelfs opdrachten mee. Toch ben ik de Jeanne D’Arc van het niet-voor-de-hand-liggende lexicon. Woorden die je kan proeven, die je huig kietelen en je lippen doen blozen, ik verzamel ze en spreek ze uit. Mijn liefde voor woorden heeft me echter al vaak teleurgesteld. Aardperen zijn immers niet te vreten, Mitsubishi maakt zover ik weet enkel lelijke auto’s en konkelfoezen levert achteraf enkel problemen op. Franjes raken steevast in de knoop , wanneer je stelselmatig je medemens fnuikt beland je in de hel en kemphaantjes hebben blijkbaar gemene sporen.

Nu moet ik wel zeggen dat ik niet ieder meerlettergrijpgraag woord in mijn hart toelaat; er zijn er waar ik een godsgruwelijke hekel aan heb. Een daarvan, en wieweet zelfs de kroonspanner, is “borstlap”. Volgens de Van Dale is een borstlap een beschermend leer tijdens het schermen maar ik associeer het sans doute met een sportbh, nog zoiets waar ik mottig van word. Ik weet niet hoe het daar op borsthoogte bij u zit, maar ik heb toch wel wat hangen. Afijn, hangen, dat is een werkwoord dat ik ten alle tijden wil vermijden als het om mijn borsten gaat. Daarom draagt men sportbh’s, het schijnt. Afgrijselijk lelijke dingen die er alles aan doen opdat uw partner u bij het uitkleden na een fitnessessie gewoon naar de douche laat gaan, het maakt u ongeveer zo aantrekkelijk als de gemiddelde vrouwelijke worstelaar.

Waarom moeten die dingen perse zo lelijk zijn? Turquoize, zwarte of vleeskleurige stukjes acryl met vier-vijf-zes spanlappen over je tepel en schouderbandjes die zelfs onder een tshirt nog vandaan zouden komen. Ik ben compleet pro- alleswatmijnborstenhunstevigheiddoetbehouden, maar ontwerpers mochten wel eens wat meer hun best doen. Zelfs Stella McCartney slaagde er bij Adidas niet in om rondborstige vrouwen wild op en neer te laten springen. Hun gewone BH’s kunnen dat niet aan en er is no way dat ze hun chest of treasures in zulkiteiten zouden hullen.

Meilleurs designers (leestip: dat moet rijmen!); gebruik eens vrouwelijker materialen, maak het een minder opzichtig ergonomisch kledingstuk. Leuk het op met studs, strikjes of stras, maak het vrolijk en laat hem schreeuwen “hey wees blij! Je hebt tenminste iets dat je tegen hangen moet beschermen in vergelijking met Druiventiet van het vierde verdiep”. Pimp my bra, loezen in the sky with diamonds around the neckline, do you think you can bounce, tieten om te zien! Dan, en pas dàn zal ik me inschrijven voor mijn specialiteit: het Olympisch gehakopdetakspringen, wat een goede sportbh vereist.

(aangezien mijn blogpost onsamenhangend gebrackel is krijgt u ook de keuze tussen TWEE nummers!)

of

Parce que tu as le jeu, chiennes!

13 jan

Terwijl ik dit schrijf voert de vrouw schuin tegenover me op de trein haar inVuitton gehulde chihuahua kalfsworst. Roze plakjes, zorgvuldig in stukjes gescheurd. Met dezelfde flair als de rondborstige slagersvrouw vroeger kirde of “het flinke meisje nog een vleesje wou” dient ze de kleine schreeuwlelijk brokjes dood dier toe.  Het papier ligt op haar schoot maar ze schijnt de vetvlekken niet op te merken. Moederlijk kijkt ze het harige scharminkel in de ogen, en ze tuit haar lippen. De chihuahua, die uiteraard geen eigen treinticket heeft, reist mee op de schoot van de vermoedelijke vader des huizes, een sortement David Hasselhoff met betere dagcrème die hoogst waarschijnlijk een Babyliss onder de kerstboom gevonden heeft. Dat zal sinds de feestdagen ineens het enige zijn wat hij kreeg. Hij ziet er verwaarloosd uit, de man. Zijn uiterlijk is smetteloos; zijn blonde haar is pasgeföhnd, en zijn broek net gestreken maar in zijn ogen borrelt echter pure wanhoop. Niemand kan het hem kwalijk nemen. Hij is een volwassen kerel en het enige met bloed doorpompte wezen dat in de buurt van zn kruis komt is een harig blond ding dat zelfs Japanners te nauw zouden vinden.

Hij is heus niet de enige. Tochtjes door eender welke stad bij het krieken van de ochtend of in de stromende regen leverden me al meermaals dezelfde taferelen op. Venten die met het kleine kefmormel van hun vrouw de straat op worden gestuurd. Alsof de vernedering van zo gespot te worden door “zijn maten” nog niet genoeg is wordt hij in het huishouden gereduceerd als de professionele hondenwandelaar en occasionele geldoptafelbrenger. Zijn broek laat hij enkel nog in de badkamer zakken. Een logische reactie zou zijn om de  baldadige blafbek bij het eerste beste onbewaakte moment  door de wc te spoelen of over de haag te smijten, zijn ze gelijk met die kees klaar. In praktijk gaat de man mee in de onbegrensde adoratie voor het dier dat zich s nachts tussen hem en zijn vrouw nestelt. Wanneer hij thuiskomt van werk, roept hij al vanuit de gang dat “papa een verrassing voor zijn kleine Fiona heeft”, wat hem eindelijk nog eens een klinkende klapzoen van de vrouw aan wie hij eeuwige trouw beloofde oplevert. Affectiemeter +10. Er zijn vele dingen die mij triest maken, beminde  bezoekers, en dit is er zeker een van. Vandaar dat ik ook aan wil zetten tot actie.

Mannekeslief! Wanneer uw relatie in zodanige sleur is komen te zitten dat het enige waar u als koppel nog gezamenlijk opgewonden over wordt de nieuwe hondenmand is hebt u wel degelijk een probleem. Sleur staat hier niet meer gelijk aan op puberale wijze een tong draaien maar over de allesoverschaduwende waarheid die uw huwelijk omkringelt. Kijk het recht in de ogen: uw mariejaasj is om zeep. Of het uw schuld, die van uw eega of die van de man in de dierenwinkel was is nu zelfs niet meer aan de orde, er moet actie ondernomen worden. Steek uw geld dus liever in een goede advocaat of een rondborstige maitresse (of beiden) dan in het mormel dat het hart van uw vrouw veroverd heeft. U hoeft dit niet te pikken! U bent een man met noden en talenten en het is tijd dat iemand u naar waarde schat. U hebt vast wel een stagiaire op het werk waar u wel wat meer dan tijd in wil steken, of enkele kameraden die op het punt staan een bachelortripje naar Lloret te maken. Wat het ook zij; u moet op figuurlijke wijze uw ballen laten zien. Verlaat die met hondenkwijl besmeurde lippen en dode ogen, ban die commanderende stem uit uw hoofd, blijf niet mijmeren over het seksleven dat eens was maar pak uw biezen! Nimmer of nooit zal u nog stront rapen, vanaf vandaag steekt u andere lichaamsdelen in het plastic!

Room 101

6 jan

Vandaag even geen stilistisch of taaltechnisch hoogstandje. Vandaag geef ik megabytes aan de ongecontroleerde rant. Als gezonde twintiger wordt mijn leven al wel eens gestuurd door haat. Niet dat ik een bijzonder haatdragend persoon ben, maar er zijn een aantal dingen waar ik tot in de eindigheid van zal gruwelen. Studentenclubs, de geur van vanille vermengd met sigarettenrook, hippiestofjes, mensen die “Mia” van Gorki meezingen, muffe taxidennenboompjes, anarchisten, escargots, mensen die paardrijden, alles-met-kokos en dierenmishandelaars.

De  meest vreselijkste fenomenen die van God’s levensadem hebben geprofiteerd zijn echter motten en vlinders. Motten moet ik voor de meesten niet uitleggen, maar er zijn veel mensen die vlinders nog steeds associëren met “blije” dingen. Een dauwzachte weide, verliefdheid of gewoon “bloemen”. Voor hen en u schrijf ik deze blogpost.

Eer u denkt dat ik een manisch vrouwspersoon ben, en begin te krijsen bij de aanblik van eender welk insect: think again. Spinnen, torren, mieren, .. ze komen niet eens in de buurt van de horror die een vlinder voor mij teweeg brengt. Een van de redenen waarom ik hen nog het liefst tegen een stukje karton geprikt zie is hun afschuwelijk rommelige vliegpatroon. Paardenvliegen speedbrommen naar hun desgewenst doel, terwijl bijen en wespen zoemend en zoekend hun weg vinden. Kevers vind ik eigenlijk ook walgelijk, maar dat zijn trage en normale vliegers. Enkel vlinders fladderen zo willekeurig en chaotisch. Een persoon die hen vriendelijker gezind was zou het waarschijnlijk het lief’lijke werkwoord “dartelen” geven, maar ik spuw op hun gedrag. Het is alsof ze geen idéé hebben waar ze heengaan, tot het moment dat ze Een Mens spotten. Dàn weten ze plots wat te doen en fladderen ze zorgeloos voor uw gezicht, naast uw oren en in uw haar. Leuk is anders, gezellig evenmin maar het ergste is dat ze op geen enkele manier wegwillen.

Je kan ernaar slaan, met je armen zwaaien en heel erg luid brullen: ze blijven flutteren en sputteren alsof er niets aan de hand is. Meestal komen ze zelfs dichterbij! Werkelijk, lezerslief, wie denken die rotbeesten in feite dat ze zijn? “Hallokes, ik weeg net zoveel als een foto van mezelf, maar ik plan wel het menselijke ras uit te roeien door hen zodanig te frustreren dat ze op een gegeven moment uit wanhoop allemaal de hand aan zichzelf slaan”?

Niet dat ik een wetenschappelijk wunderkind ben, verre van zelfs, maar is hun vliegpatroon niet tegen iedere wet van de fysica? Stel: een object beweegt zich voort aan een bepaalde snelheid, komt een counterforce (in de meeste gevallen: mijn hand) tegen, bijgevolg begeeft het object zich in de tegenovergestelde richting van de counterforce  Is dat niet de natuur?! Is dat niet hoe alles werkt, hoe Mon Dieu het gewild heeft?! Het lijkt wel alsof vlinders een te gigantisch ego hebben om zelfs De Groote Wetten Der Fysika te respecteren! Wie heeft hen ooit dat privilege gegeven en in hemelsnaam en alles daarbuiten: waarom? Ze hebben geen hersens, geen bewustzijn, ze zijn volkomen onbruikbaar en wansmakelijk lelijk.Nu hoor ik u morren tot hier, dus ik deel het nogmaals: VLINDERS ZIJN LELIJK! Vindt u werkelijk, met alle eerlijkheid in uw beenmerg, dat dit mooi is?

Het is het meest verschrikkelijke zicht in de hele wereld. Ik haat hun dommige kraaloogjes, hun enge voelsprieten en hun afschuwelijke harige beentjes. Ik haat hun beenderloze vleugels, alsof er stukjes vervelde huid door de lucht vliegen. Maar het meest van al haat ik dat poederige spul dat zo nodig hun hele lijf en vleugels moet bedekken. Het is de bron van alle kanker, van alle onheil en van al het slechte in deze wereld. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat wanneer dat poeder ooit op mij neerdaalt ik heel snel heel erg ziek zal worden. Onthoud deze woorden!

En néén! Laat me zelfs niet beginnen over hun zogenaamde “mooie kleuren” want dat wil zeggen dat u reeds in hun val bent gelopen! Ik hou dit kort maar bijzonder duidelijk: welk ander fatsoenlijk dier heeft zo’n felle kleuren en spartelt voor mensen hun gezicht? Daagt het u dan niet dat ze u proberen in te palmen, te hypnotiseren zodat ze met hun gruwelijke masterplan van start kunnen gaan? Fuck 9/11, de échte conspiracytheory bevindt zich gewoon boven uw bloembedden!

Het is zo overduidelijk, en hopelijk voor u nu ook, dat de vlinder gewoon een vuil, monsterlijk, kwaadaardig, verdorven en duivels wezen is waar we best zonder kunnen. U hebt wellicht allemaal gehoord van Edward Lorenz, de schattebout die op de proppen kwam met de chaos theorie, door het plebs en enkele Ashton Kutcherfilms ook wel eens “butterfly effect” genoemd. Het principe stelt dat wanneer een vlinder in Zweden met zijn vleugels flappert, een tornado de kust van India verwoest. Of zoiets. Prent u dat in. De kust. Van fucking India. Heel. De. Kust. Door 1 simpele vlinder? U zou uw vangnetjes al moeten bovengehaald hebben, want de oplossing is zo simpel als het rotbeest klein is. Wanneer we deze walgelijke dragers des doods voorgoed uitroeien zal de wereld een mooiere plek worden. Een vrolijke plek.

Waar vogels dood neervallen uit de lucht, vissen massaal de geest geven en het bloed regent boven Parijs.