Je hebt zo van die mensen die hun blog gebruiken voor hun zielenroerselen. Die hun diepste geheimen erop neerknallen alsof het internet een emotioneel bordeel geworden is waar je de bitch met de juiste trauma’s bij elkaar kan klikken. Verleidelijk hoor, die valkuil, en mijn pirouettes rond de rand waren bijlange na niet allemaal perfect.
Ik beken: ik ben godvergeten jaloers op dat talent. Emoblogs kunnen schrijven. Je tekstverwerker als therapeut, en een dikke middenvinger naar wat je lezerspubliek denkt. Sterker nog: sommigen vergaren zelfs fans met zwemelend gezwijmel en gekrengd tandengeknars. Ik voor alle duidelijkheid niet. Hoewel ik van tijd tot tijd veel drama en veel lawaai durf maken hou ik mn echte angsten mooi tussen mn tieten gestoken. Ik ben ervan overtuigd dat daar mijn hart zit, omdat ik er niet aan wil denken hoeveel grijpgrage handen er anders al in de buurt zijn gekomen.
Het moet zo goed van pas kunnen komen; een cardiovasculair luik. Een welgemikte tekst die zegt: ZO voel ik me. Maar als zelfs helden als Conor Oberst, Win Butler en Régine Chassagne het niet kunnen, wat ga ik als sterveling dan mijn poging wagen? Geef me eender welk onderwerp en ik knal een leukerd vol alliteraties uit mn computer, maar wanneer ikzelf onder de schijnwerpers sta sla ik al snel tilt. Ik wil niet dat mensen zich herkennen in mij, ik herken me al genoeg in anderen. Ik zou het vréselijk vinden moest ik de comment “kop op ik voel me ook vaak zo” krijgen. Toch? Gedeelde smart zou zogezegd halve smart moeten zijn, maar bestaat er iets walgelijkers dan het besef dat zelfs je kleine kantjes niet uniek zijn? Dat was eerlijk en open, maar verder dan dit geraken jullie niet.
Ik ben van het principe dat je maar beter een goede moleskine of therapeut aanschaft wanneer je het over de core business wilt hebben. Er zijn nog vaak momenten dat ik me een regelrechte pervert voel wanneer ik bepaalde bekentenissen van medebloggers lees. Ze planten harakirigewijs een zwaard in hun buik en braken al wat hun hart begeert en begeestert uit in de blogosfeer, waar het later weer in een zwart gat verdwijnt. Hoe eerlijk en open hun geschreeuw ook moge zijn, ze komen allemaal hetzelfde over: online en alleen. In deze tijd van digitaal delen hou ik mijn angsten dus liever voor mijzelf, wat naast mijn geboortedatum toch bijzonder exclusief is.
Jawel lui, zoals zovelen ben ik wederom bij een existentiële crisis aanbeland, het luxeprobleem van deze tijd maar daarom niet minder haarverliezend. Als ik alleen maar denk aan de hoeveelheid rimpels die ik de afgelopen 24h gekweekt heb met piekeren heb ik zin om te verhuizen naar Bremen en te liegen over mn leeftijd. Omdat jullie me ondertussen echter al meer dan twee jaar trouw lezen, en het nogal een redelijk nutteloze blogpost zou zijn moest ik jullie niet op zn minst een bot toewerpen: