Archief | november, 2009

2-3 voor mij!

23 nov

Ja lui, dat leest u goed: 23 word ik, en wel heel binnenkort. Komende zondag zal ik mijzelf waarschijnlijk wederom een apneu hijgen boven een met fopkaarsen versierde taart, en wrang grijnzend de inhoud van mijn flûte naar binnen klokken. 23 is niet om mee te lachen. Geen mens schijnt te snappen wat voor nieuwe angstaanjagende wereld er opengaat bij het inluiden van deze door vrouwen oh zo gevreesde leeftijd. Kijk gewoon maar eens met een niet-verzuurde blik om je heen. Overal, wieweet zelfs in de buurtschool om je hoek, lopen minstens twee vijfjaarjongere, frissere, strakkere naïevere versies van jezelf rond. Vijf jaar. Dat is een gigantische berg teleurstellingen, liters tranen ldvd, een hele hoop huidbeschadigende factoren en een arsenaal aan bekkenbodemspierverwoestende bedpartners dat zij achterstaan. En dus bijgevolg voorhebben op hun oudere seksegenoten. Afijn, tot voor je 23e kon je je vent nog eens op de vingers tikken voor het wellustige blikken werpen op zo’n jong veulen, maar vanaf je 23e wordt je nachtmerrie realiteit. De kalveren worden 18, legaal dus, en gaan naar de universiteit. Ze mengen zich in de groteremensenwereld. Ze draaien hun kont in jeansnaden. Ze wapperen met hun jongemeisjeswimpers, ze… soit. Voor die opsomming moet u een paar blogs terugzijn.

Bon, bloglezer, ik mag dan ook vast op begrip rekenen na uw begrijpendlezensessie van bovenstaande, nietwaar? Met dit pesthumeur, extra gevoed door de vermaledijde rukwinden en spuitregen die le Flamand blijven teisteren, kwam ik aan in station Gent Sint Pieters (overigens na een zeer klotige lesdag die voor mij al om 7u s ochtends op een kil perron in het Brusselse in het honderd liep, vie de merde!)

Zoals de wereld dat wil, en het mijn horoscoop (eerste zin: u hebt geen geluk vandaag) betaamt spuwde net op dat moment de middelbare scholen hun gespuis de straat op. De wezens die na 16h met schooltassen beladen de straten bevolken zijn de grootste schande voor de mensheid sinds een bende nazi-apen zich verkneukelend over de blue-prints van Auschwitz boog, zo’n 65 jaar geleden. Ze zijn een blaam voor al wat zichzelf “de jeugd van tegenwoordig” wil noemen. Toen ik puberde,en dus op de middelbareschoolbanken vertoefde, hadden wij tenminste een eigen uniform, een manier van kledingdracht om ons af te zetten tegen de menigte. Van fluogele strings onder een Venombroek, tot loeistrakke t-shirtjes van Nikita, naar accessoires met krieken en een passie voor hello kitty of het cookie monster. Riems met studs en veters in “reggaekleuren”. Pins met anarchytekens op tot de draad versleten Eastpackrugzakken. Snoepkettingen rond de hals en een kolonie aan veelkleurige armbandjes en festivalbandjes rond liefst bekraste polsen. Verschruwelijk lelijk, dàt wel, maar we vormden tenminste een unity. Marcherend door de Kammenstraat, Anthem of the Year 2000 van Silverchair in onze oren en een fuckyou naar het hele volwassendom. Zo hoor je te zijn als puber.

Maar de walgelijk lelijke kauwgumkauwende pestpuistpubers die mijn weg heden ten dage versperren vertonen niets van dat soort groepsgedrag. Ze proberen er allemaal zo hip, trendy en volwassen uit te zien. Oversized handbags in plaats van met viltstift bekladde rugzakken, hoge hakken in plaats van skateshoes, fijnzilveren armbandjes in plaats van een verguisd papieren inkombandje voor de afrekeningfuif. Ze gaan maandelijks met hun moeder naar de kapper, en als het goed zit epileren ze hun wenkbrauwen al sinds hun 12e.

Ik weet nog perfect hoe woest mijn moeder was toen ik na een scoutskamp op mijn 14e de donshaartjes van mijn scheenbenen had verwijderd met een geleend bic-mesje. “Nu gaan ze alleen nog maar donkerder en harder terugkomen!”. Ik heb nog steeds blond dons, zelfs moeders kunnen ongelijk hebben. Tant pis: mijn nichtje van 15 daarentegen scheert momenteel waarschijnlijk geheel vakkundig de initialen van haar al even jonge liefje op haar venusheuvel. Ze draagt kanten slips uit de Passionatacollectie van de Veritas en begon op haar 14e bewust te seksperimenteren. Alleen aan fisten doet ze niet mee, “want daarvan krijg je Aids, zei HUMO.”

Ik zou nu kunnen beginnen kankeren op verloochening van de moraal maar me dunkt  dat ik al genoeg getierd heb voor een dag. Overigens: als die grieten zo doorgaan met hun enkels op premenstruele leeftijd in hun nek te gooien ben ik straks de strakke teef en zij de uitgeholde druif. En dat kan ik gezien mijn competitiedrang alleen maar toejuichen

Tally-ho!

All work and no play makes jeroen a dull boy.. whiskey daarentegen!

21 nov

“schpijthommel! trekpen! kakvuist!”

“De Vlaanderenstraat? Volg de reiger!”

“pornado pornado”

“FISTPUMP!!”

“like a bowwwwwsss”

“yeahyeah, the cow is back, back back, back from it’s journey!”

“Kijk Nick,dat is pied de poulle. En dat is een kehbouter”

“papa loves mambo”

 

 

Needless to say: ik had een gewéldige avond.  Tsjerrie on de keek: een troepje  jonge Londonaars die een praatje met ons sloegen en ons naar de “gre-àt pahtees” in Gent vroegen. Al klonk “Ghent” meer als een rochel, ze maakten mijn nacht, deze honden. I love the sound of cock-ney at 5 in the morning.

Citaat van de dag!

18 nov

“Enfin, zo groot kan die penis toch niet geweest zijn? Jullie doen net alsof het ding in slappe toestand nog steeds als tochthond gebruikt kan worden!”

Bedankt CV, en ook een beetje BVS.

Kamiel Kafka

15 nov

“Twas Troy, toch? Of Sinead? ’t Had in ieder geval iets te maken met Sinead O Connor. Maar ’t kan ook Suzanne Vega zijn.. Ni?”

Ik zie de arme Björk ineen krimpen. Dan heb je eens niet een naam van vijfentwintig in een dozijn, word je nog halfslachtig vergeten. Zo kersvers is ze nochtans niet, dit Liefjevan. Nieuw genoeg om niet volledig aanvaard te worden, afgereden genoeg om vijf euro mee “in de pot” te leggen. Toch blijft het een lastige sociale beproeving, dat caféhangen met Zijn Vriendenkring. En die werd net een beetje lastiger gemaakt. Acht keer dronk ze al met ons mee, en nog lijkt ze een onbenullig meubelstuk te zijn dat evengoed had aangesproken kunnen worden met “Hé Meisje!”. Bref: ik ga niet diegene zijn om haar te vertellen dat ik haar naam wél nog weet.

En jà, ik wist haar naam écht nog, ik ben naam-elijk (hà!hàhà) een wandelende memoriemachine voor namen. Zelfs snuiters van het WWF die mij en passant hun kaartje toeschuiven weet ik na anderhalf jaar nog met naam en toenaam te benoemen al ware ze zelf een bedreigde diersoort wiens latijnse naam je in hun maandelijks magazine steevast vanop iedere pagina tegemoetknalt. Jammer genoeg blijft het vaak enkel bij de naam. Croyez-moi, mes petites, het schaamRubyRed stijgt je naar de wangen wanneer je in het uitgaansleven tot een frontale botsing komt met een bekend gezicht, waarvan je weet dat de oren ervan luisteren naar de naam Robin maar dat je je in de verste verte niet meer kan herinneren wat jullie precies uitgespookt hebben. Daarom blijven de niet-zo-dierbaren op mijn nachtelijke én overdagelijkse wandel anonieme silhouetten die van de ene genante situatie naar de andere voortbanjeren, al dan niet met mij in hun kielzog.

Bovendien is het herinneren van een naam een soort sociaal machtsspel. De juiste naam aan een persoon geven is hetzelfde als: jij bent aanvaard. Jij en jouw naam zijn sociaal relevant genoeg voor mij om ze een plaatsje in mijn hersenholte te geven. Namen onthouden doe je immers bewust.

WANT! (en dit is enòrm belangrijk) je kan niet “slecht zijn” in het onthouden van namen, je KIEST ervoor. That’s right bumblebeekens, machtsspel all the way. Om het in kleutertaal uit te leggen (je weet namelijk nooit wie er geïnteresseerd is in het wel, wee en feestgehoezee van Ruby) : Om namen te onthouden moet je overschakelen naar actief luisteren. Je hersenen sturen een signaal dat wat je hoort of wat je zal horen belangrijk is, waarde heeft voor je functioneren en bijgevolg de informatie onthouden zal moeten worden. Je staat bovendien op het punt een koppeling te maken tussen gezicht en naam en dat gaat niet automatisch. Gezichten worden dan ook in een ander gedeelte van de hersenen opgeslagen dan namen. Om niet ver af te wijken: het niet herinneren van Björks naam was niet meer, maar eigenlijk ook niet minder dan haar te laten merken dat ze geen capsones moet krijgen omdat ze toevallig wekelijks het perineum van een dierbare van ons met haar tong beroert. Geen effectievere manier om iemand op zijn plaats te zetten dunkt me. Ze is best slim, die lieve bitchy vriendin van me.

Zeg nu zelf, er is niets meer kleinerends dan op straat “Hé Louise” te gillen terwijl zij je een stralende glimlach van vage herkenning toewerpt en “Hallo.. daar!” terugpiept. Bijgevolg, als mijn vrienden ervoor kiezen de naam van dat wicht niet te herinneren, ga ik niet diegene zijn die haar plots wel een beminnelijke plaats binnen onze sociale hiërarchie aanbiedt. Want voor je het weet ben ik voor de rest van mn dagen Roseanne? Rita was het? Nee? Renske?

En dat, wil ik van mn langzaliklevenniet.

Hartstilstand

8 nov

Aangezien alles beter is dan studeren op fokking 8 november heb ik mijn dag doorgebracht met leeghangen. Allereerst voor BBC, alwaar de ceremoniële plechtigheid van de wapenstilstand in volle glorie geportreteerd werd. Mijn pa, eveneens onderuitgezakt, wist me langs zijn neus weg te vertellen dat mijn grootvader –zijn vader, ik heb hem nooit gekend – blijkbaar een Britse oorlogsveteraan was. Hij was stuurman op een Destroyerboot onder Engelse vlag . Au-delà de son nez hé!!!

Zij die mijn adoratie en fascinatie voor het Britse Rijk kennen (meerbepaald een voorliefde voor Londen, Primark en dat affreuze gebouw dat in het beste geval op een augurk lijkt) snappen dat ik ontsteld was door het lange achterhouden van deze informatie. Ik plan bijgevolg binnenkort een shoppingtrip die doorspekt is met neuzen in de rijksarchieven. Die Engelse crazypeople houden zulke shizzle wel bij. Wie weet had mijn Onbekende Opa wel een medaille ou qqc! Hoe cool zou dat staan op een blazer? IYF DIESEL!

by the waykens! op 1 december opent zich de eerste Primarkstore in den Belgique! Loop mij niet voor de voeten die dag of je zult het geweten hebben!